Om gedrag te kunnen veranderen en een hond iets aan te leren dat jij wilt is het belangrijk om de trainingsmethodes te kennen. Niet elke techniek werkt namelijk even goed bij elke hond en het is fijn om ergens anders op te kunnen terugvallen.
Er zijn verschillende technieken voor het aanleren van gedrag. Deze technieken zijn gebaseerd op operante conditionering.
De technieken die ik zal bespreken zijn: Shaping, Prompting en Chaining
Shaping
Je kent het spelletje van koud en warm vast nog wel van vroeger. Er lag iets verstopt in een ruimte en andere mensen gingen je er heen leiden door warm of koud te zeggen. Wanneer je de goede kant op ging werd er warm geroepen. Ging je weer verder weg ging van je doel, dan werd er koud geroepen. Was je heel dichtbij dan werd het woord heet geschreeuwd en werd er steeds enthousiaster gereageerd. Stond je er zo goed als met je neus bovenop dan stond je in brand!
Dit is een vorm van shaping. Je moet in kleine stapjes steeds dichterbij je doel komen. De oude stappen die je al hebt gedaan zijn niet meer goed en alleen elke extra stap in de goede richting wordt goed gekeurd. Shaping wordt gedaan zonder het individu aan te raken, het is een hands-off methode (hoewel het ook vaak wordt gecombineerd met prompting, een methode die ik verder in dot artikel bespreek).
In iets technischere woorden: Shaping is het versterken van opeenvolgende benaderingen van een gewenst gedrag. Opeenvolgende benaderingen zijn alle gedragingen die het individu dichter bij het gewenste gedrag brengt, of enig ander gedrag die op het gewenste gedrag lijkt.
Met shaping is het wel belangrijk dat je een oude stap niet meer beloond. Je beweegt altijd vooruit naar je doel toe, dus geen stapjes terugzetten. Je gaat pas door met de volgende stap als je hond de huidige stap onder de knie heeft. Mocht je te snel gaan en je hond snapt de volgend stap nog niet, dan blijf je even bij de stap die je hond wel snapt. Gebruik kleine stapjes om het duidelijk te houden voor je hond en frustraties te voorkomen. Stop je trainingssessie wanneer het nog leuk is voor je hond, sluit dus altijd positief af.
Voorbeeld trucje om te leren met shaping
Als voorbeeld kun je met shaping je hond leren om met zijn voorpoten op een krukje te gaan staan. In eerste instantie beloon je als hij naar het krukje kijkt. Na een aantal herhalingen wacht je wat langer, totdat je hond het krukje nadert. Zo laat je hem steeds wat dichterbij het krukje komen. De stap daarna is pas belonen bij het aanraken van het krukje. Eerst kan een snuit goed zijn, maar al snel moet dit één poot worden en uiteindelijk twee poten op het krukje.
Nu denk je wellicht van, ja ik kan ook gewoon wachten tot mijn hond op het krukje gaat staan. Echter is de kans heel groot dat je heel lang kan gaan wachten. Sommige honden zullen niet eens bij het krukje in de buurt komen. Door al het kleinste stapje in de goede richting te belonen en dit uit te bouwen kun je een hond op het krukje krijgen die dat nooit van z’n leven uit zichzelf had gedaan.
Belangrijk om te onthouden bij shaping
Met shaping kun je het volgende bereiken:
- De vorm van het gedrag veranderen, zoals janken in blaffen veranderen zodat de hond kan aangeven dat hij eruit moet.
- Het gedrag vaker laten gebeuren, zoals 3 keer achter elkaar blaffen in plaats van 1 keer.
- De tijd dat het gedrag wordt getoond verlengen, zoals in plaats van 1 seconde blijven zitten 1 minuut blijven zitten.
- De snelheid waarop het gedrag wordt uitgevoerd of de reactietijd versnellen, zoals sneller gaan liggen of sneller naar je toekomen.
- De intensiteit van het gedrag versterken, zoals ergens harder tegen aan duwen.
Met deze trainingsmethode kun je veel bereiken maar push je hond niet te ver, zoals hem te hoog laten springen. Het is een hele effectieve methode om je hond wat aan te leren, maar ga niet te snel.
Met shaping kun je je hond en elk ander dier iets leren zonder deze te hoeven aanraken. Je hoeft zelfs niet in de buurt te komen en kan ergens een voedselautomaat neerzetten waarmee je de beloning geeft in de vorm van voer.
Dit maakt shaping perfect om te gebruiken bij agressieve en angstige honden. Maar het is ook een mooie manier om je hond meer zelf te laten nadenken.
Shaping is dan ook een zeer veel gebruikte leermethode om wilde dieren in gevangenschap te trainen. Op die manier kunnen trainers op een veilige manier dieren controleren en medicatie geven, zonder in het verblijf te komen en het dier in positie dwingen.
Wanneer en hoe ga je er een commando aan koppelen?
Wanneer je hond de gewenste oefening kan uitvoeren, wil je uiteraard dat dit pas gebeurt wanneer jij daar de cue voor geeft. Je wilt dus een commando geven waardoor je hond het gewenste gedrag laat zien.
Het is belangrijk om niet al te snel met een commando te komen, want je hond heeft dan nog geen idee waar het woord mee te maken heeft en zal het woord leren te negeren (learned irrelevance of pre-exposure effect). En dan moet je dus een nieuw woord gaan bedenken. Dus echt pas met een commando aan komen wanneer het gewenste gedrag vastgesteld is.
Zeg het commando op het moment dat het gedrag zich voordoet. Hierna ga je het steeds verder naar voren schuiven tot je het kunt zeggen voordat het gedrag zich laat zien. Ten slotte ga je alleen nog maar het gedrag belonen als jij hiervoor de cue hebt gegeven. Dit zal de link leggen tussen de cue en het gedrag.
Prompting
Met Shaping kan het veel tijd kosten, voordat je hond nieuw gedrag heeft aangeleerd. Met Prompting kun je echter veel gedrag aanleren in meestal een kortere tijd. Dit komt omdat je hond het gewenste gedrag vaak al sneller uitvoerd. Je hond hoeft niet zelf te gaan bedenken wat je nou van hem wilt.
Prompting is geschikt voor het overgrote deel van de honden, omdat honden al gewend zijn dat mensen ze aanraken en rondleiden aangeraakt te worden en rondgeleid te worden. Een off hands benadering is dan ook niet nodig bij de meeste honden.
Met prompting manipuleer je de omgeving van je hond dusdanig, dat hij een reactie uitvoert. In wezen in een prompt dus alles wat je hond aanmoedigt om een bepaald gedrag uit te voeren.
Om dit iets duidelijker te maken zal ik wat voorbeelden schetsen:
- Op de kont van je hond drukken, zodat hij gaat zitten (fysieke prompt)
- Een snoepje voor de neus van je hond houden en hem deze laten volgen (luring), zodat hij het gewenste gedrag uitvoert, zoals een rondje draaien (visuele prompt of olfactorisch)
- Twee planken voor je neerzetten, zodat je hond in een rechte lijn naar je toekomt en recht voor je gaat zitten (omgeving prompt)
- Langs een muur lopen met je hond, zodat hij strak naast je volgt en gaat liggen en zitten (omgeving prompt)
Het lastige met prompting wordt wanneer je de prompt wit verwijderen. Dus niet meer op de kont van je hond hoeven te drukken met je hand, geen snoepje meer voor de neus houden en geen plankjes meer op de grond.
De prompt moet geleidelijk vervagen (fading), zodat je hond het gedrag zonder de prompt leert uit te voeren en op alleen je commando uit te voeren.
Voorbeeld prompting en fading
Met verschillende hondensporten is het een van de onderdelen dat je hond op commando naar je toe komt rennen en recht voor je komt zitten. Klinkt niet zo moeilijk, hè? Maar in de praktijk blijken heel veel honden schuin voor of zelfs naast de baas te komen staan.
Om dit te voorkomen en ervoor te zorgen dat de hond recht voor de baas komt te zitten, word er wel eens gebruikt gemaakt van twee lange planken waar de hond tussen door moet lopen om recht voor de baas uit te komen. Door gebruik te maken van die planken, zal je hond leren hoe hij naar je toe moet komen en waar te zitten.
Echter heb je niet altijd twee planken bij je en met een examen mogen deze er niet zijn. De twee planken die als prompts hebben gefunctioneerd, moet je er dus langzaam uit trainen. Dat er uit trainen heet ook wel fading en doe je op de volgende manier.
Eerst ga je je huidige planken vervangen door twee kortere planken. Als dit goed gaat, gebruik je nog kleinere planken, dan nog kleinere planken die je verft in de kleur die lijkt om de ondergrond waarop je traint. Vervolgend gebruik je alleen nog houten latjes gebruiken, gevolgd door potloden en dan niks meer.
Het meest makkelijke voorbeeld is eigenlijk nog wel het aanleren van de zit door middel van een snoepje. Je lokt de hond met het snoepje een stukje met zijn hoofd naar boven en naar achteren, zodat hij gaat zitten. Als dit elke keer weer lukt ga je een commando erbij geven en word het gebaar van je hand steeds kleiner, totdat je hond gaat zitten met alleen het commando. Een prompt hoeft dus helemaal niet zo spannend en groot te zijn. Het principe van luring is ook gewoon prompting.
Prompting in combinatie met shaping
Als je nu denkt aan het trucje om een hond te laten rollen, dan zal je wellicht wat in de war raken. Want in de meeste gevallen het wordt in stapjes gedaan, waarbij de lat steeds hoger komt te liggen (shaping). Maar de hond wordt op zijn zij en over zijn rug gelokt met een snoepje voor zijn neus (prompting).
Net als veel dingen hoeft het ook met het kiezen van trainingsmethodes niet het een of het ander te zijn. Vaak kan een combinatie van twee dingen ook prima. Beide methodes kan je ook gebruiken zonder de ander. Een zit is bijvoorbeeld een makkelijk trucjes die je met één beweging aanleert en wat je dus niet in stappen breekt. Op een krukje staan kan je hond prima zelf uitvogelen met alleen shaping.
Het ene is niet beter dan het ander. Dus gebruik wat jij en je hond fijn vinden. Sommige honden raken te veel afgeleid door fysieke prompts, andere door voer. Andere honden zijn erg afhankelijk van prompts en zullen niet snel ongevraagd gedrag laten zien, waardoor je niet ver zal komen met shaping. Wees dus flexibel en probeer eens wat dingen uit. Kijk ook wat bij jouw hond past en zijn leer geschiedenis.
Wanneer en hoe ga je er een commando aan koppelen?
Je kan een commando gaan gebruiken, zodra je hond betrouw het gewenste gedrag kan laten zien met de prompt. Dus als dit 9/10 keer goed gaat ga je beginnen met het commando eraan te koppelen.
Dit doe je door het commando te zeggen vlak voordat je de prompt geeft. Het is belangrijk om dit vlak achter elkaar te doen, omdat een hond binnen een seconde leert.
Het is ook belangrijk dat je het niet tegelijkertijd doet, want dan is er een grote kans dat het gebaar het gesproken commando overschaduwd of blokt. Dit houdt in dat wat je zegt niet zo veel doet voor de hond, want het gebaar verteld de hond al genoeg of is veel belangrijker voor je hond. En dus het commando na het gebaar zeggen is al helemaal niet zo nuttig.
Het meeste ideale moment om een commando te geven is vlak voor je gebaar of prompt. Op deze manier gaat je commando aan de hond voorspellen wat er vervolgens zal gebeuren. Dit geeft je dan ook de mogelijkheid om je prompt steeds meer te vervagen, tot alleen het commando voldoende is.
Het is wel mogelijk dat je hond het commando leert als je het tegelijk zegt met het uitvoeren van het gebaar, maar het is zeker niet aan te raden en het zal sneller verlopen door het voor het gebaar aan te zeggen.
Chaining (forward) en backward chaining
Chaining wordt gebruikt om een complexe keten aan gedragingen aan te leren. Alleen het laatste gedrag in de keten wordt beloond.
Bij forward chaining voeg je steeds iets bij het aangeleerde gedrag toe. Dus eerst kent je hond gedrag A, daarna moet hij ook B uit gaan voeren nadat hij A heeft gedaan. Wanneer hij A en B perfect achter elkaar kan doen, komt C er ook nog eens achteraan. En zo kun je een hele lange keten maken. Het uitvoeren van het ene gedrag is een signaal dat het volgende uitgevoerd dient te worden.
Bij backward chaining begin je niet met het eerste gedrag in de keten, maar met het laatste. Bestaat de keten die jij wilt uit A, B en C, dan begin je dus bij C. Dus leer eerst C aan en als dit goed is gelukt ga je B er vooraan plakken. Het meeste recente, nieuwe gedrag (in dit geval B) hoeft niet worden beloond met een primaire beloning, want het gedrag wordt al beloond met de kans om het eind gedrag uit te voeren en daar wordt de hond wel voor beloond.
In de praktijk blijkt backward chaining vaak vele malen beter te werken dan forward chaining. Je hond werkt namelijk naar een doel toe, waarvan hij weet dat er een beloning na komt. Het eindresultaat zit er zo goed in getraind en er zit zo’n grote positieve associatie aan dat je hond graag de kans krijgt om het uit te voeren.
Bij forward chaining wordt het eerste gedrag al beloond, daarna het twee en ga zo maar door. Het is niet vanaf het begin al duidelijk welk uiteindelijk gedrag voor een beloning zorgt, waardoor de chain niet zo goed wordt geleerd.
Voorbeeld chaining en backward chaining
Een voorbeeld van chaining is apporteren. De hond moet namelijk eerst naast je zitten en wanneer je het speeltje hebt gegooid op commando naar het speeltje gaan, deze oppakken, naar de eigenaar toe brengen en recht voor de eigenaar gaan zitten met het speeltje in de bek.
Met forward chaining ga je dus het apporteren aanleren in de hierboven genoemde volgorde. Je leert de hond naast je zitten, naar het speeltje te gaan, deze op te pakken, naar jou toe te lopen en voor je gaan zitten met het speeltje.
Met backward chaining leer je eerst je hond om recht voor je te gaan zitten met het speeltje in de bek. Voor deze actie geef je al een commando, zoals “apport”. Als je hond dit kan houd je het speeltje in je hand iets van je vandaan. Geef het commando en je hond zal het speeltje pakken en recht voor je gaan zitten ermee. Houd het speeltje steeds verder van je vandaan en laat het vervolgens iemand anders vasthouden. Deze persoon zal het speeltje steeds verder van jou weg houden en dichter bij de grond. Op den duur kan je hond het speeltje van de grond pakken, naar je toe brengen en voor je gaan zitten. Daarna kan je je hond leren om naast je te zitten en te wachten tot je het speeltje gooit en kan hem vervolgens ophalen en naar te toe brengen.
Met het backward chaining weet je hond al heel goed welk gedrag hij uiteindelijk moet uitvoeren en zal ernaartoe werken om dat ook daadwerkelijk te kunnen doen.
Het verschil tussen Shaping en Chaining
Wellicht ben je nu een beetje in de war geraakt, aangezien shaping en chaining op elkaar lijken. Echter is er zeker verschil tussen de twee.
Shaping is voor één soort gedrag en Chaning is voor een keten aan gedragingen. Dit kunnen twee gedragingen zijn, maar ook een hele lijst. Chaining is dus een stuk complexer dan Shaping. Het kan wel zijn dat er een combinatie van beide gebruikt is. Dus dat eerste losse onderdelen met shaping zijn aangeleerd en deze vervolgens met chaining zijn verbonden. Natuurlijk kunnen losse onderdelen ook met prompting zijn aangeleerd.
Belangrijk om te weten bij Chaining
Chaining is bedoeld voor een keten van vast gedragingen. Chaining gebruik je dus niet bij het aanleren van een agility parcours, aangezien die elke keer kan veranderen.
Wanneer je hond nog aan het begin van een chain is, kan je hem vaak nog wel stoppen. Echter als hij zijn doel al bijna bereikt heeft is het haast onmogelijk. Dit geldt niet alleen voor gedrag dat je zelf hebt aangeleerd, zoals het rennen naar de fyball automaat en terugkomen. Maar ook voor chains die je hond zelf heeft bedacht, zoals naar mensen toe rennen en daar tegenaan springen.
Zodra je ziet dat je hond richting de flybal automaat wil gaan of naar een persoon wil, dan kan je ze vaak nog terugroepen. Is je hond echter al over een van de sprongen gegaan bij flybal of in de buurt van de persoon, dan kan je het wel vergeten in 9/10 gevallen.
Je kan je hond er wel op trainen om toch terug naar je te komen, waardoor je ze uiteindelijk midden in de chain ook nog wel terug kan krijgen.