Breitensport is een soort combinatie tussen gehoorzaamheid en behendigheid. Er zijn 4 disciplines en een duurloop van 2 km bij breitensport. De disciplines zijn gehoorzaamheid, slalom, horden en een hindernisbaan. Bij alle onderdelen moet de hond dichtbij de begeleider blijven. Voor wedstrijden is er de mogelijkheid om een duurloop van 2 km of 5 km te doen. Deze wordt apart beoordeeld.

Breitensport is geschikt voor alle gezonde honden vanaf 1 á 1,5 jaar

Bij canicross ga je samen met je hond hardlopen, waarbij je hond jou mag trekken. Hierdoor ga je een stuk sneller dan bij normaal hardlopen. Het is wel belangrijk dat de hond een geschikt tuig draagt, jij een goede heupgordel en dat jullie verbonden zijn met een elastische lijn. Dit is om blessures te voorkomen. Canicross dient gedaan te worden op onverharde grond.

Canicross kan gedaan worden met elke gezonde volwassen hond, zolang je hond het maar leuk vind om te doen. Met de ene hond zal je echter sneller gaan dan met de ander natuurlijk.

Dock diving is een Amerikaanse hondensport die je steeds meer ziet in Nederland. Bij Dock diving springt je hond vanaf een steiger achter een dummy aan het water in.

Binnen dock diving zijn er verschillende onderdelen waarin je mee kunt doen.

Bij Big Air moet je hond zo ver mogelijk springen. Bij Extreme Vertical zo hoog mogelijk. En bij Speed Retrieve moet je hond zo snel mogelijk de dummy pakken die boven het water hangt.

Dock diving is geschikt voor alle gezonde en fitte honden van 6 maanden en ouder die gek zijn op water.

Met dog dance ga je dansen en hondentrucjes met elkaar combineren. Op de maat van de door jou gekozen muziek voer je een combinatie aan trucjes en oefeningen uit. Er zijn twee verschillende disciplines.

De eerste is Heel to Music. Hierbij mag je hond niet meer dan 1,5 van je zijde wijken. Hij mag zich wel aan alle kanten van je bevinden. Het is de bedoeling dat hij je naadloos volgt.

De andere is Canine Freestyle. Hierbij ben je een stuk vrijer en kun je gebruik maken van een grote variëteit aan trucjes en bewegingen. Je hond mag een flink aantal meter van je vandaan werken.

Dog dance is geschikt voor alle gezonde honden. Ook mensen met een handicap of beperking kunnen deze sport met hun hond beoefenen.

Bij dog frisbee gooi jij een frisbee en je hond vangt deze op met zijn bek. Voor het gooien kun je ruim honderd verschillende worpen gebruiken. Hoewel je de sport prima alleen kan oefenen is het hierdoor wel aan te raden om een cursus te volgen.

En zijn verschillende disciplines die je kan beoefenen. De belangrijkste twee zijn Freestyle en Toss & Fetch.

Bij Freestyle word er een combi gemaakt tussen apporteren, dog dance en gehoorzaamheid. Bij freestyle toon je verschillende elementen en worpen op een routine op muziek. Je hebt hier 2 minuten voor, waarbij je gebruik kan maken van 5 tot 10 frisbees.

Dog frisbee is voornamelijk geschikt voor sportieve en atletische honden. Voornamelijk werkhondenrassen zullen er veel plezier aan hebben. Voor erg grote rassen kan het belastend zijn om te rennen en springen naar de frisbee. Voor rassen met erg korte snuiten kan het lastig zijn om een frisbee in de bek te houden.

Bij Obedience is het doel om een zo hoog mogelijk niveau van gehoorzaamheid te laten zien in oefeningen. Obedience bestaat uit een programma van verschillende oefeningen. Deze lopen uiteen van volgen tot sorteren en apporteren.

Engelse en FCI obedience hebben veel raakvlakken met elkaar. De Engelse obedience word echter gereglementeerd door The Kennel Club in Groot-Brittannië. FCI obedience wordt door de Raad van Beheer in Nederland gereglementeerd.

Obedience is voor elke mens en eigenaar geschikt.

Bij FCI obedience is het doel om een zo’n hoog mogelijk niveau van gehoorzaamheid en perfectie te laten zien in oefeningen. Het programma bestaat uit verschillende oefeningen, zolas volgen, sorteren en apporteren.

Engelse en FCI obedience hebben veel raakvlakken met elkaar. FCI obedience wordt door de Raad van Beheer in Nederland gereglementeerd. De Engelse obedience word echter gereglementeerd door The Kennel Club in Groot-Brittannië.

Obedience is voor elke mens en eigenaar geschikt.

Flyball is de enige teamsport die je met je hond kunt doen. Bij Flyball moeten de honden zo snel mogelijk over een hindernisbaan rennen om de bal uit een apparaat te halen en dan weer terug rennen met de bal. Als de ene hond weer terug is, dan is de volgende aan de beurt. Flyball is dus een soort van estafetterace voor honden.

Binnen een team mogen er niet meer dan 2 honden van hetzelfde ras of variënteit zijn.

Flyball is geschikt voor alle honden van minimaal 10 maanden oud. Het is belangrijk dat je hond gek is op balletjes, vangen en apporteren. De honden moeten wel sociaal zijn, aangezien ze in teamverband werken. Ook moeten ze fysiek in staat zijn om te vangen, rennen en springen

Hoopers is afgeleid van agility, maar het is een stuk minder belastend voor je hond. Bij Hoopers rent je hond vloeiende lijnen in een parcours dat bestaat uit boogjes (hoops), tonnen, korte tunnels en hekjes. Bij Hoopers wordt er niet gesprongen.

Bij Hoopers ren je als eigenaar niet mee, zoals wel het geval is bij agility. Op afstand stuur je je hond door het parcours heen. Je hond moet zoveel mogelijk zelfstandig werken op aanwijzingen van jouw lichaams- en stemcommando’s. Dit maakt de sport ook geschikt voor eigenaren die niet goed kunnen rennen.

Hoopers is dankzij de lage fysieke belasting geschikt voor alle honden. Ook oudere honden en honden met fysieke ongemakken kunnen veel plezier hebben aan het beoefenen van hoopers.

Wie zijn hond wil meenemen tijdens het jagen moet zijn hond daar wel voor trainen. Maar ook als je niet van plan bent te gaan jagen kan het alsnog een erg leuke sport zijn. Met jachtraining zet je je hond aan het werk voor de dingen waar hij ooit speciaal voor gefokt werd. Afhankelijk van het ras kan dit zijn het wild opsporen, aan wijzen, volgen op jagen of apporteren.

Hoewel jachttraining uiteraard voor alle jachthonden geschikt is, zijn er ook een hoop andere rassen die er veel plezier in zullen beleven.

Bij Rally-O loop je met je hond een parcours van verschillende gehoorzaamheidsoefeningen. Elk parcours is anders en is ook afhankelijk van het niveau van jou en je hond. In het parcours kun je oefeningen tegenkomen, zoals volgen, zitten, staan en varianties hierop.

Bij Rally-O ga je op een leuke en ontspannen manier met je hond aan het werk. Je mag je hond in de ring aanmoedigen door te praten, commando’s te geven, in je handen te klappen of door handsignalen te geven.

Rally-O is geschikt voor iedereen die de combinatie tussen gehoorzaamheid en behendigheid wel wat vindt. Alle honden kunnen er aan mee doen. Je hond moet echter wel minstens 6 maanden oud zijn en flink wat gehoorzaamheidstraining achter de rug hebben.

Bij reddingshondenwerk gaat je hond zijn neus aan het werk zetten om vermiste mensen en slachtoffers te vinden. Honden zijn zo goed in deze taak dankzij hun goede neus, opsporingsdrift en jachtinstinct.

Je hond zal leren mensen te vinden in veel verschillende locaties en settings. Denk hierbij aan een vermist persoon in het bos, slachtoffers in aardevings-/puingebieden of onder de sneeuw of in het water.

Het vergt niet alleen veel van de hond, maar als eigenaar moet je ook een goed doorzettingsvermogen en lef hebben.

In principe kunnen alle honden dit werk doen. Maar in de praktijk zie je vooral middelgrote behendige rassen die dit doen.

Voordat een hond kan beginnen aan de opleiding moet hij goed gesocialiseerd zijn, zeer gehoorzaam zijn en in bezit zijn van het diploma Verkeerszekere Hond.

Reddingshondewerk kan als sport worden beoefend, je kan diploma’s halen en wedstrijden doen. Maar je kan ook echt met je hond aan de slag gaan om mensen te redden.

Veel hondenrassen zijn gefokt voor het hoeden en drijven van vee. Bij hoeden wordt het vee begeleid bij het grazen en verplaatsen. Bij het hoeden wordt de hond ingezet om grenzen te bewaken waar het vee niet overheen mag. Zo voorkomt de hond dat bijvoorbeeld je schapen op het akkerland van de buurman komen. Nadat de grens door de handler wordt aangegevn zal de hond over deze grenzen heen en weer lopen. Zo vormt de hond als het ware een soort levend hekwerk.

Bij drijven loopt de herder vooraan de kudden en de hond achteraan om de kudde voorwaarts te laten lopen. Een drijvende hond kan hierdoor zelfstandig een kudde over een grote afstand ophalen. Je kan zelfs leren om de hond de schapen over een bepaald parcours heen te sturen.

Hoedende honden werken over het algemeen dichterbij het vee dan drijvende honden. Er zijn ook hoedende honden die kunnen drijven en vice versa.  Er zit veel verschil in de manier van werken tussen rassen, maar ook tussen individuen.

Voordat je aan de slag gaat met hoeden of drijven kun je een Herding Instinct Test doen, om te kijken of je hond aanleg heeft voor kuddehondenwerk. Kuddehondenwerk kan als sport worden gedaan, maar ook onderdeel zijn van echt herderswerk. In het kuddehondenwerk worden ook wedstrijden georganiseerd.

Je kunt in de meeste gevallen alleen deze sport beoefenen als je een hondenras hebt die voor dit werk gefokt is. Andere rassen worden meestal niet geaccepteerd bij lessen.

Bij sledehondensport rent je hond of de honden voor een slee die wordt gemend door een musher. Als er geen sneeuw ligt kan er ook een kar gebruikt worden. Als alternatief word er ook wel eens gebruik gemaakt van een step (stepjoring), ski’s (skijoring) of een fiets (bikejoring).

Sledesport is speciaal voor rassen die van oorsprong gefokt zijn om te trekken. Denk hierbij aan de Siberishce Husky, Alaskan Malamute, Samojeed, Groenlandse Hond en Eskimohond. In Nederland mogen alleen deze hondenrassen met een stamboom de sport beoefenen. Heb jij een ander soort ras of een van deze rassen zonder stamboom? Dan kun je een een ontheffing aanvragen. Een ontheffing kun je aanvragen via mijn.rvo.nl meer info over de onteheffing vind je hier.

Wil je je hond wel laten trekken, maar geen ontheffing aanvragen? Overweeeg dan om canicross te doen.

Bij speuren gaat je hond een spoor volgen door deze te ruiken. Speuren is niet alleen een zelfstandige sport, maar maakt ook deel uit van het IPO-programma (Werkhond IGP).

Als je speuren als sport op zich zelf gaat doen kun je op twee niveaus examen doen. Bij speuren moet je hond een lang spoor van ongeveer 3 uur oud uitwerken. In het spoor zitten diverse hoeken. Ook zijn er meerdere voorwerpen die aangewezen of geapporteerd moeten worden. Daarnaast moeten verleidingssporen genegeert worden. Deze manier van speuren word vooral gedaan met werkhondenrassen.

Bij jachthonden wordt het speuren Zweetwerk genoemd. Zweet is de naam van het bloed van het door een schot of aangereden gewonde dier. Voornamelijk rasgroep 4 en 6 zijn goed in dit werk. Maar ook terriërs en enkele rassen uit rasgroep 5 en 7 hebben aanleg voor speuren.

Bij de derde vorm van speuren word een vermist persoon opgespoort (Clean boor speuren). Dit wordt veelal met bloedhonden gedaan, maar het is niet exclusief voor het ras. Ook andere brakken vinden dit leuk werk. De vermiste persoon loopt op zijn gewone schoenen en heeft heen bijzondere luchtjes bij zich. Het liefste word er getraind in ruig terrein. De hond moet de persoon zoeken en luidkeels aankondigen waar deze is.

Bij Treibball drijft de hond maximaal 8 grote, felgekleurde lichtgewicht plastic ballen naar een doel toe. Dit doet de hond op de aanwijzingen van de handler, door er tegenaan te duwen.

Hoewel je wellicht anders zou vermoeden is treibball niet alleen geschikt voor veedrijvers en – hoeders. Elke hond die met zijn baas wil samenwerken kan treibball doen. De sport is nauwelijks belastend voor de hond en kan daarom door jonge en oude honden beoefend worden.  Zelf honden met een lichamelijke beperking kunnen deze sport doen

Vroeger waren er hondenrassen die als taak hadden op vissers te helpen met het uit het water halen van netten en om drenkelingen te redden. Er zijn veel honden die nog steeds die aanleg voor waterwerk hebben.

De oefeningen bij waterwerk zijn sportief, maar benaderen tegelijkertijd de werkelijkheid. Zo leert je hond onder andere om een boot, pop of drenkeling op te halen. Ook wordt er geoefend om een touw, peddel of reddingvest naar een afgedreven boot te brengen. Ook gehoorzaamheidsoefeningen zijn onderdeel van de training. De honden komen veel in contact met andere honden en voor hen onbekende mensen.

Honden die bij uitstek geschikt zijn voor dit werk zijn de New Foundlander, Landseer ECT en Leonberger. Maar ook andere rassen die graag in het water zijn, kunnen hier veel plezier aan hebben. Zo zijn retrievers, poedel en herdershonden, waaronder de Beauceron ook geschikt voor waterwerk.

Voor waterwerk moeten honden water leuk vinden en graag zwemmen. Ze moeten gehoorzaam en sociaal zijn. Ook is het belangrijk dat ze beschikken over een gezond lichaam, een goede conditie en een will to please.

IGP staat voor Internationale Gebruikshonden Prüfungsordnung en is een sportdiploma voor de werkhondenrassen van de FCI. IGP bestaat uit verdedigingswerk/pakwerk, speuren en appèl.

Bij pakwerk moet  je hond de boef worden opsporen (revieren), aanblaffen en stellen. In de praktijk word er geen gebruik gemaakt van een echte boef, maar van een pakwerker. De pakwerker word opgespoort, aangeblaft en door de hond begeleid terwijl hij zich lopend verplaatst. Wanneer de pakwerker probeert te ontsnappen grjipt de hond in. Pakwerk is pittig voor zowel de pakwerker als de hond. De hond zijn belastbaarheid wordt op de proef gesteld. Er wordt namelijk ook door de pakwerker naar de hond geschreeuwd en gedreigen. Tijdens het trainen leert de hond zich te fixeren op het pakken van de mouw van de pakwerker. Er zijn geen kwade bedoelingen tegen de pakwerker zelf.

Bij Appèl zijn er meerdere oefeningen, zoals het los volgen, vooruitsturen en apporteren.

Meer informatie over het speuren is te vinden onder het tabblad “speuren”.

Honden die geschikt zijn voor de sport mogen er aan meedoen. Voorheen waren dit de honden die opde FCI werkhondenlijst stonden. Nu mogen ook andere rassen meedoen. Neem contact op met een vereniging om te kijken of jouw hond ook mee mag doen. Het kan zijn dat je via de rasvereniging van jouw hond toestemming moet krijgen. Voor IGP examens dient je hond een schofthoogte van minimaal 55 cm te hebben.

Onder windhondenrennen valt het rennen en coursen met windhonden. Bij het rennen lopen de honden over gras of zand op een renbaan. Zo’n renbaan lijkt veel op een atletiekbaan. Bij coursen wordt er in het vrije veld achter een lokaas aan gerend dat over het veld getrokken wordt.

Met windhondenrennen kun je je windhond een uitlaatklep geven en een mogelijkheid om eens echt hard te rennen. Normaliter is dit erg lastig, want het los laten lopen van een windhond is er risicovol. Windhonden zijn namelijk zichtjagers en gaan het liefste overal achteraan dat ze snel zien bewegen.

Het orginele doel van windhonden kan niet meer worden uitgevoerd, omdat zichtjagen met honden verboden is in Nederland. Dankzij windhondenrennen kan een windhond alsnog wat met hun aangeboren vaardigheden doen.

Windhondenrennen is alleen voor windhonden, dus de honden die binnen rasgroep 10 vallen. Echter mogen ook de Pharaohond, Podenco Ibenco, Podenco Canario en Cirnecco Dell-Etna, halfwindhonden uit rasgroep 5, deelnemen aan de nationale ren- en coursingwedstrijden. De Basenji en Podengo Pertuguês (rasgroep 5) mogen deelnemen aan nationale wedstrijden.

Er zijn banen waar je ook met andere rassen welkom bent om eens een keer te rennen. Maar bij veel verenigen is dit niet mogelijk.