De 10 honden rasgroepen

Je hebt verschillende honden rassen en deze vallen weer in een bepaalde rasgroep. Alle honden in een bepaalde rasgroep hebben iets met elkaar gemeen, ook al verschillen ze verder erg van elkaar. Meestal gaat het om het doel waar deze rassen voor gefokt zijn.

Je hond is een rashond wanneer hij aan drie voorwaarden voldoet. De ouders moeten beide aan hetzelfde ras toebehoren, hij moet in een stamboek geregistreerd staan en hij moet voldoen aan de rasstandaard van het ras. De rasstandaard beschrijft de kenmerken van het ras.

Wij kennen 10 rasgroepen en ik zal ze hieronder kort en bondig benoemen. Er worden veel stereotypes genoemd en elke individuele hond kan hier uiteraard van verschillen. Geen twee honden zijn hetzelfde, maar de omschrijving gaat om de rasgroepen en rassen als een groep.

Door je eerst in de rasgroepen te verdiepen kan het makkelijker worden om vervolgens verder te zoeken naar een geschikt hondenras voor jou.

Rasgroep 1: Herders honden en Veedrijvers

Deze honden zijn gefokt met het doel om mensen te assisteren bij het hoeden en houden van vee.

Alle honden in rasgroep 1 zijn zeer gericht op de baas, hechten zich sterk aan hun gezin en hebben een beschermingsdrift ten opzichte van iedereen die bij hun “kudde” hoort. 

Deze groep kan je in 3 secties onderverdelen:

• Honden zoals de Hollandse herder die gefokt is om de kudde te hoeden.
• Honden zoals de Border Collie die gefokt is om vee te drijven.
• Honden zoals de Kuvasz die gefokt zijn om de kudde te bewaken en beschermen 

Alle honden die de herder op een wijze assisteren kan je in deze groep vinden. De een bewaakt de kudde bijvoorbeeld tijdens het grazen en de ander helpt ze te verplaatsen van A naar B. De honden zijn daarbij ook nog eens geselecteerd op de omgeving en het klimaat waarin ze moesten werken.

Hoeders en drijvers vinden het erg leuk om achter bewegende voorwerpen, dieren of mensen aan te rennen. Hier moet je met de opvoeding dan ook erg opletten en aandacht aan besteden mocht dit gaan gebeuren.

De honden uit deze rasgroep zijn dus gefokt en geselecteerd om te werken. Om zo’n hond gelukkig te houden zonder een kudde vee om mee te werken, zal je vervangend werk voor ze moeten gaan zoeken. Dit kan zoiets zijn als hondensporten zoals behendigheid en flyball. Of leid hem op tot reddingshond. Deze honden zijn veelzijdig en actief, dus er is erg veel mogelijk.

Rasgroep 2: Pinschers en Schnauzers, Mollosers en Zwitserse Sennenhonden

Pinschers en Schnauzers zijn gefokt om het huis te bewaken en ongedierte te verdelgen (de uitzonderingen zijn de Doberman Pincher, die als waak- en verdedigingshond gefokt is. En de Riesenschnauzer die een veedrijver is). Het zijn zelfstandige en actieve honden met veel jachtinstinstinct. Ze zijn gehecht aan hun gezin en beschermend van aard, hierdoor kunnen ze veel blaffen en zijn ze wantrouwig tegenover vreemden. 

Molossers werden vroeger gebruikt om met legers mee te trekken. Ze werden dan gebruikt als verdedigers, lastdragers en hielpen bij de jacht. Een aantal werden ook gebruikt bij gevechten met honden, stieren of beren. Dit waren bijvoorbeeld de Cane Corso, Bordeaux Dog en de Duitse Dog. Molossers zijn sterke, grote en zware honden. Ze hechten zich aan het gezin en zijn rustig en zelfstandig. Ze hebben een grote bijtkracht en bijten zich in gevechten vast in plaats van steeds opnieuw te bijten. Ze laten zich meestal niet snel kwaad maken en zijn ongevoelig voor pijn. Hierdoor heeft fysieke dwang geen effect bij deze rassen,

De Zwitserse Sennen honden zijn gefokt om karren te trekken, vee te drijven en het huis te bewaken. Het zijn waakse en zelfstandige honden die snel leren.

Rasgroep 3: Terriërs

Terriërs zijn gefokt voor het jagen op ongedierte en schadelijk wild en deze moesten ze dan zelf doden. Ze zijn onder te verdelen in verschillende groepen:

• Hoogbenige Terriërs die boven de grond jagen, zoals de Airedale Terriër.
• Laagbenige Terriërs die de prooi tot in het hol volgen, zoals de Cairn Terriër.
• Bulldog-achtige Terriërs die voor gevechten werden gebruikt, zoals de Bull Terriër.
• Terriërs van het dwerghonden type die meer als gezelschapshond bedoeld was, zoals de Yorkshire Terriër.

Het zijn actieve, moedige en vasthoudende honden met veel energie. Het zijn echte jagers die onafhankelijk en eigenwijs zijn. Ze kunnen niet altijd goed met andere honden overweg.

Veel Terriërs blaffen veel en zijn waaks. Ze houden bijna allemaal van graven, dus ook in de tuin. Dit zijn dingen waar je wel rekening mee moet houden en een duidelijke en consequente opvoeding is dan ook belangrijk.

Vooral de reuen van de Bulldog-achtige Terriërs kunnen onverdraagzaam worden tegenover andere honden op volwassen leeftijd. Tijdens hun opvoeding moet je daarom ook extra aandacht geven aan de socialisatie van deze honden. Naar mensen zijn ze vaak juist erg aanhankelijk.

Rasgroep 4: Dashonden (Teckels)

De honden in deze rasgroep zijn er voor gefokt om te jagen onder de grond. Deze groep kent 3 vachttypes namelijk, Kort-, lang- en ruwharig. En van elk vachttype zijn er weer 3 formaten namelijk, standaard, dwerg en kaninchen.

Ze zijn van oorsprong moedig en willen graag werken. Ook blaffen ze graag, zijn zelfstandig en leren snel. Het jachtinstinct van deze honden is groot. Je ziet veel verschillen tussen de show- en werklijnen. De showlijnen zijn vaak rustiger en sneller onder de indruk dan de werklijnen. Maar ook zijn er karakterverschillen tussen de vacht types en formaten, zo zijn de langharige honden vaak zachter, de ruwharige wat feller en de kleinere dwerg en kaninchen wat sneller angstig.

Wanneer er te weinig aandacht wordt besteed aan de socialisatie wordt de hond vaak nerveus of vertoont angst agressie.

Omdat deze honden erg zelfstandig zijn en een grote werkdrift hebben is het belangrijk dat ze een consequente opvoeding krijgen. Het commando “hierkomen” is dan ook het commando dat je goed met ze moet oefenen. Ook moet er extra aandacht besteed worden aan het voorkomen van fietsers of eenden najagen.

Rasgroep 5: Spitsen en oertypes

De overeenkomst in de honden in deze rasgroep is dat ze “natuurlijk” ogen. Sommige van deze rassen bestaan dan ook al heel lang. Ooit werden ze gebruikt als veedrijver, waakhond, trekhond en jachthond.

Onder de spitsen vallen de Scandinavische jachthonden, Scandinavische herdershonden, de Europese en Aziatische keeshonden en de poolhonden. Ze werden gebruikt om te trekken, waken en te jagen.

Sledehonden zoals de Malamute en de Husky zijn groepsdieren die slecht tegen alleen zijn kunnen. Het liefste hebben ze een andere hond als gezelschap. Meestal zijn ze verdraagzaam naar andere honden en naar mensen toe wat afstandelijk. Het zijn felle jagers, die daardoor moeilijk los kunnen lopen.

Scandinavische jachthonden, zoals de Noorse elandhond, zijn eigenzinnig en hebben een groot uithoudingsvermogen.

Scandinavische Herders, zoals de Finse Lappenhond, zijn actief, gehecht aan hun gezin en leren snel.

Keeshonden blaffen veel, zijn waaks, leren snel en zijn gehecht aan hun gezin. Tegenover vreemden zijn ze wantrouwend. De Aziatische keeshonden, zoals de Akita Inu, zijn vrij afstandelijk en onafhankelijk. Ze leren snel, maar zijn door hun eigenzinnigheid niet makkelijk te trainen. De Europese Keeshonden, zoals de dwergkeeshond, zijn wat aanhankelijker.

Oertypen zijn honden die al heel lang bestaan, zoals de Pharaohond. Deze honden zijn vaak erg onafhankelijk en echte jagers. In huis zijn ze vaak rustig, maar buiten zijn ze erg actief. Vooral de Podenco’s hebben erg veel jachtinstinct, waardoor je ze moeilijk los kan laten lopen.

Rasgroep 6: Lopende honden, zweethonden en verwante rassen

De honden in deze rasgroep worden gebruikt voor de jacht, waarbij de wild opsporen en opdrijven. Ze zijn in verschillende secties op te delen

• Drijvende honden, zoals de Beagle, die het wild opdrijven.
• Zweethonden, zoals de bloedhond, die bloedsporen volgen.
• De overige verwante rassen: Dalmatische hond en Rhodesian Ridgeback.

Deze honden hebben een sterk ontwikkeld jachtinstinct en een goede neus. Drijvende honden en zweethonden zijn echte roedeldieren en kan je niet goed alleen houden, ze wonen het liefst samen met andere honden. Het zijn zelfstandige honden en gaan buiten hun neus achterna.

De Dalmatische hond en de Rhodesian Ridgeback zijn sterke en actieve honden met een eigen wil. Ze kunnen allebei onverdraagzaam zijn naar andere honden en zijn vaak onstuimig naar mensen. Ze zijn niet makkelijk om op te voeden en hebben dan ook veel socialisatie nodig.

Rasgroep 7: Voorstaande honden

De honden in deze rasgroep zijn jachthonden die wild (vaak vogels) opsporen en vervolgens aanwijzen door in een bepaalde houding te blijven staan. Wanneer de jager het aangeeft, dan mag de hond het wild opstoten, zodat de jager kan schieten. Hierna kan de hond het wild apporteren.

Het zijn vaak gevoelige honden die zich aan hun gezin hechten. Ze werken graag met de baas en hebben veel beweging nodig. Omdat ze veel jachtinstinct hebben is het belangrijk ze goed te leren om te komen om commando.

Rasgroep 8: Retrievers, waterhonden en spaniëls

Deze honden halen het wild op wanneer de jagen ze heeft geschoten. 

Spaniëls stoten bovendien ook nog het wild op. Ze zijn vaak wat eigenzinniger en onafhankelijker. Ook hebben ze soms een sterk jachtinstinct.

De waterhonden zijn er in gespecialiseerd om vissers te helpen en om waterwild te apporteren.  Het zijn doorgaans goede zwemmers en werken graag samen met de baas. Maar ze kunnen ook zelfstandig en waaks zijn.

Retrievers werken graag met de baas samen en zijn vaak dol op apporteren. Vaak worden ze later volwassen dan andere rassen.

De honden uit deze rasgroep zijn aanhankelijk, sociaal en hebben een goed uithoudingsvermogen. De meeste rassen in deze groep zijn gek op water. Leer ze daarom alleen op commando het water in te gaan, zo kan je voorkomen dat ze bij elke wandeling in een vieze sloot springen of achter eenden aan gaan.

Rasgroep 9: Gezelschapshonden

Van oorsprong komen de gezelschapshonden uit allerlei andere rasgroepen, maar ze zijn vervolgens gefokt om mensen gezelschap te houden. Hierdoor hebben ze ook minder fysieke en mentale stimulatie nodig dan de honden in de andere rasgroepen, maar ook met deze honden moet je nog wel wat ondernemen.

Deze honden zijn, zoals de naam al doet vermoeden, gehecht aan hun baas en houden er vaak niet van om alleen te zijn. Dit kan dan ook een probleem vormen bij het aanleren van alleen thuisblijven. Het zijn speelse en vaak gevoelige honden. Ze kunnen veel blaffen en waaks zijn.

Rasgroep 10: Windhonden

Windhonden zijn jachthonden die jagen op zicht in plaats van op hun neus, zoals andere jachthonden. Ze worden gebruikt voor het opsporen, najagen en doden van wild.

In huis zijn ze vaak aanhankelijk en rustig, maar buiten erg actief en zelfstandig. Doordat ze jagen op zicht, reageren ze direct op beweging en zijn moeilijk terug te roepen als ze eenmaal gaan jagen.

Windhonden vallen onder de zogeheten “lange honden”, dit houdt in dat ze snel genoeg zijn om wild te achtervolgen en vangen. Het is verboden om met lange honden te jagen. Volgens de wet is een hondenbezitter verplicht om te voorkomen dat zijn hond dieren vangt in het veld. Aangezien dit lastig is te voorkomen bij een windhond, zal hij veel aan de lijn gehouden moeten worden.

Conclusie

Er zijn een hele hoop rassen en rasgroepen om uit te kiezen als je een hond wilt. Om zeker te weten dat jij blij zal zijn met je hond en je hond met jou, is het belangrijk om je goed in de rasgroepen te verdiepen en vervolgens verder binnen de rasgroepen te kijken waar je interesse in hebt. Een goede keuze begint bij goed en eerlijk naar jezelf en je wensen te kijken. Vervolgens leg je dit naast de rasgroep en het ras waar je je oog op hebt.

Kende je alle rasgroepen al? En welke rasgroepen heb jij je oog op laten vallen?